. De flora van Nederland. Plants. Leucojum vernum Fig. 202. L. Lenteklokje (fig. 202). onbehaard. Zij heeft een vrij grooten, bolronden, tot meer dan 2 cM dik- ken bol, die door lichtgrijze vliezen is omgeven. De bladen, 3-4 in getal, zijn rechtopstaand, groen, breed lijnvormig, stomp, langer of korter dan de samengedrukt tweekantige, 1- (zelden 2-) bloemige stengel. De bloem is groot, hangend, zwak welriekend en komt uit een eenkleppige, lancetvormige, breedvliezige scheede, die evenlang is als de bloemsteel. De bloemdekbladen zijn breed langwerpig, wit, aan den top stomp en groen. De meeldra


. De flora van Nederland. Plants. Leucojum vernum Fig. 202. L. Lenteklokje (fig. 202). onbehaard. Zij heeft een vrij grooten, bolronden, tot meer dan 2 cM dik- ken bol, die door lichtgrijze vliezen is omgeven. De bladen, 3-4 in getal, zijn rechtopstaand, groen, breed lijnvormig, stomp, langer of korter dan de samengedrukt tweekantige, 1- (zelden 2-) bloemige stengel. De bloem is groot, hangend, zwak welriekend en komt uit een eenkleppige, lancetvormige, breedvliezige scheede, die evenlang is als de bloemsteel. De bloemdekbladen zijn breed langwerpig, wit, aan den top stomp en groen. De meeldraden zijn half zoo lang als de bloemdekbladen en hebben helmdraden korter dan de helm- knopjes. Het vruchtbeginsel is tolvormig, de stijl sterk knots- vormig verdikt. De doosvrucht (fig. 202) is peervormig, veel- zadig, groen, tot meer dan 1 cM dik. De zaden zijn bleek met vliezige huid en een snavelvormig aanhangsel. 4. 1-3 dM. Februari—April. Biologische bijzonderheden. De bladen der plant (ook bij L. aestivum) zijn beveiligd tegen slakkenvraat door raphiden in de cellen. Door den hangenden stand der bloem zijn de inwendige deelen tegen regen beschut. De jongere bloemen rieken sterk naar viooltjes, de oudere onaangenaam, eenigszins naar bittere amandelen. Alle bloemdekbladen zijn overlangs gestreept en alle strepen wijzen naar binnen, naar de plaats, waar om den stijl een kussenvormig weefsel zit (fig. 203), waarvan de saprijke cellen door insecten kunnen worden uit- gezogen. De bloemen zijn homogaam. De helmknopjes openen zich naar beneden en bij het lichtste stootje valt er wat stuifmeel op het lichaam der insecten, die in de bloem dringen. Daar de stempel iets uitsteekt boven de helmknopjes wordt hij het eerst door de bezoekers aangeraakt, zoodat kruisbestuiving wel verzekerd is. In de open bloemen staan de helmknopjes zoo ver van den stempel, dat er van spontane zelfbestuiving geen sprake kan zijn, doch als de bloem zich des avonds sluit, kan dit wel geschieden, want nu


Size: 1414px × 1767px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants