. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . kudde,over welke u de Heilige Geeft tot opzienders gefieldheeft, om Godsgemeente te weiden, welke hy ver-kreegen heeft door zyn eigen bloed. E fe ze-n II: nu in Chriltus Jezus,gy die eertyds verre waart,zyt naby geworden door het bloed van Chriflus. KOLOSSENSEN I: I 3, 14. Die ons getrokken heeft uit de macht der duifternis ,en overgezet heeft in het koningryk Van denZoon zynerliefde: In den welken wy de verlofïïng hebben door zyn bloed


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . kudde,over welke u de Heilige Geeft tot opzienders gefieldheeft, om Godsgemeente te weiden, welke hy ver-kreegen heeft door zyn eigen bloed. E fe ze-n II: nu in Chriltus Jezus,gy die eertyds verre waart,zyt naby geworden door het bloed van Chriflus. KOLOSSENSEN I: I 3, 14. Die ons getrokken heeft uit de macht der duifternis ,en overgezet heeft in het koningryk Van denZoon zynerliefde: In den welken wy de verlofïïng hebben door zyn bloed,[naamelyk] de vergeeving der zonden, I Petrus I: 18,19. Weetendêdat gy niet door vergankelyke dingen,zil-ver of goud, verlof! zyt uit uwe idele wandeling, die[u] van de vaderen overgeleverd [is] : Maar door het dierbaar bloed van Chriflus, als eensonbeftraffelyken en onblekten lams. I Joannes I: indien wy in het Jicht wandelen , gelyk hy int licht is, zo hebben wy gemeenfchap met eikanderen,en hrr hioed van Jezus Chriftus zyneu Zodii reinigt onsvan alle zonden. Ge- MENSEtYK B E D R > F. 37 De V E R W E R. Gemeenheid Geeft Rood bloed van Jezus, fchoone kleur,Trek onze zielen deur en deur, Op dat wy t eeuwig oog behaagen;Gelyk des lakenverwers natHet bleeke wollenkleed doorvat, Om, als herbooren, op te daagen. Psalm g8 Spiegel van hetPsalm XXVI: n, iz. M aar ik wandel in myneoprechtigheid; ver-los my [dan], en zyt my genadig. Myn voet (laat op een effen baan; ik zal denHeere looven in de vergaderingen. Psalm LXVI: 8,p. Looft, gy volkeren, onzen God : en laat hoo-ren de ftem zvnes roems. Die onze ziel in c leven fielt: en niet toelaatdat onze voet wankele. Psalm CXIX: heb myne voeten geweerd van alle kwaadepaden, op dat ik uw woord zoude onderhouden. Spreuken XII: t pad der gerechtigheid is het leven; en [in]den weg [haares] voetpads is de dood niet. Luk a s III: 16. Zo antwoordde Joannes aan allen, zeggende,ik doop u wel met water • maar hy


Size: 1452px × 1722px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712