. Album der Natuur. 100 ik overigens opmerkzaam op het feit, dat bij eenige visschen niet alleen ademhaling door de kieuwen bestaat, maar ook door het inslikken van lucht aan de oppervlakte van het water, de dusge- noe'mde "; Deze neemt toe, wanneer de kiemadem- haling verhinderd wordt, zoo als baümert onlangs bij de ook ten dezen reeds lang merkwaardige Cobitis fossiUs gevonden heeft. Een tweede algemeen, doch meer uitwendig kenmerk van het visschenrijk is gelegen in hunne vinnen. Vele beschouwen deze dealen als de eigenlijke bewegings-organen der visschen. Deze mee-
. Album der Natuur. 100 ik overigens opmerkzaam op het feit, dat bij eenige visschen niet alleen ademhaling door de kieuwen bestaat, maar ook door het inslikken van lucht aan de oppervlakte van het water, de dusge- noe'mde "; Deze neemt toe, wanneer de kiemadem- haling verhinderd wordt, zoo als baümert onlangs bij de ook ten dezen reeds lang merkwaardige Cobitis fossiUs gevonden heeft. Een tweede algemeen, doch meer uitwendig kenmerk van het visschenrijk is gelegen in hunne vinnen. Vele beschouwen deze dealen als de eigenlijke bewegings-organen der visschen. Deze mee- ning is niet geheel juist. Op enkele uitzonderingen na, zijn het niet zoo zeer de vinnen, door welke de visch zich voornamelijk voortbeweegt, dan wel de zij delingsche draaijingen of schommelingen van den tronk en vooral van diens staartuiteinde. Er zijn dan ook visschen, bij welke de vinnen zeer weinig ontwikkeld zijn. Er is zelfs eene soort van aal, die in het geheel geene vinnen bezit. De staart-, rug- en aars-vinnen ondersteunen overigens de bewegingen wel, — vooral door de verticale oppervlakte van het geheele ligchaam te vergrooten, — maar de vinnen, die aan de borst en den buik meer in dwarsen stand zijn geplaatst, bepalen voornamelijk de rigtings- veranderingen der visschen in het water en bewaren het evenwigt der visschen, zoo als dit uit de proeven van paleij (waarbij nu eens deze dan eens gene vinnen werden afgeknipt) ten klaarste is gebleken. Intusschen zijn er visschen, bij welke de borst- en buikvinnen dermate ontwikkeld zijn, dat zij werkelijk in bouw en verrigting eenige overeenkomst vertoonen met de voorste en ach- terste ledematen der zoogdieren, andere met de vleugels der vogels. __ Onder de vliegende vis- schen, de haaijen, de rog- gen en anderen, b. v. de Malthaea Vespertilio, de Chironectes picius (zie later), worden daarvan sprekende voorbeelden VLIKGENDK Please note that these images are extracted from scanned page images that may
Size: 2459px × 1016px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., 1855, bookcentury1800, bookcollectio, bookdecade1850, bookyear1854