. De flora van Nederland. Plants. 98 â BORAGINACEAE. â FAMILIE 92. De bloemen zijn kortgesteeld, blauw, purper, wit of geel en staan in ten slotte losse, eindelingsche, ongevorkte bijschermen, die van schutbladen voorzien zijn. De bladen zijn gaafrandig, zittend of in een steel versmald. Kruidachtige, ruw behaarde planten. Biologische bijzonderheid. De bloemen bevatten weder honig, die aan den voet van het vruchtbeginsel wordt afgescheiden en onder in de kroon- buis bewaard wordt. Zij zijn zwak proterogynisch of homogaam. Volksnamen. In de Duinstreek wordt de plant parelzaad genoemd, in de Gra


. De flora van Nederland. Plants. 98 â BORAGINACEAE. â FAMILIE 92. De bloemen zijn kortgesteeld, blauw, purper, wit of geel en staan in ten slotte losse, eindelingsche, ongevorkte bijschermen, die van schutbladen voorzien zijn. De bladen zijn gaafrandig, zittend of in een steel versmald. Kruidachtige, ruw behaarde planten. Biologische bijzonderheid. De bloemen bevatten weder honig, die aan den voet van het vruchtbeginsel wordt afgescheiden en onder in de kroon- buis bewaard wordt. Zij zijn zwak proterogynisch of homogaam. Volksnamen. In de Duinstreek wordt de plant parelzaad genoemd, in de Graafschap Zutphen steenzaad. Tabel tot het deterniineeren der soorten van het geslacht Lithospernuim. A. Deelvruchtjes glad, glanzend, wit. a. Stengel rechtopstaand, naar boven sterk vertakt. Bladen met uitstekende zijnerven. Bloemen klein L. officinale biz. 98. b. â Behalve bloeiende ook niet bloeiende, zich later neerleggende en aan den top wortelende stengels. Bladen zonder uitstekende zijnerven. Bloemen vrij groot. L. purpureo-coernleum blz. 98.^ B. Deelvruchtjes rimpelig, vrij dof, bruin. Bladen zonder uitstekende zijnerven, de on- derste stomp. Bloemen klein L. arvense blz. 99. L officinale 1) L Glad parelkruid (fig. 121). De wortelstok is dik en vertakt. Daaruit komen meest vele krachtige,, rechtopstaande, naar boven sterk vertakte, dicht bebladerde en evenals de bladen aangedrukt stijf behaarde, ruwe stengels. De bladen (fig. 121) zijn lancetvormig, toegespitst, zittend, met van onderen uitstekende zijnerven, zij zijn van boven donker-,. van onderen lichtgroen. De bloemen (fig. 121) zitten talrijk bijeen in' bebladerde, ongevorkte bijschermen, die ten slotte zeer lang en los zijn. De bloemen zijn klein , groen- achtig-geel of witachtig. De kelk is ruw behaard, 5-deelig met stompe, lijnvormige slippen, die tijdens den bloei samenneigen, later uitstaan. De bloem- Lithospermum officinale kroon is 4-5 iiiM wijd, buis-trechtcrvormlg met ^'^'' '"'â cylindrische buis, d


Size: 1400px × 1785px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants