. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF-: 18. GRAMINAE. 547. Triticum vulgare Fig. 4S7. naald versmald. Het blijft bij rijpheid der vrucht aan de spil der aar staan. De vrucht is vrij, niet vergroeid met het bovenste kroonkafje, zijdelings samengedriikt met smalle «roef. De kiem heeft slechts 1 wortel, i--. 3-6 dM. MeiâJuli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt vooral in het (.jebied der Middel- landsche Zee op kalktjrond voor en is bij ons alleen aani,'evoerd bij Maastricht, Deventer en Rotterdam gevonden. T. vulgare ') Vill. (T. sativum-') Lmk.). Tarwe (fig. 487). Deze soort


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF-: 18. GRAMINAE. 547. Triticum vulgare Fig. 4S7. naald versmald. Het blijft bij rijpheid der vrucht aan de spil der aar staan. De vrucht is vrij, niet vergroeid met het bovenste kroonkafje, zijdelings samengedriikt met smalle «roef. De kiem heeft slechts 1 wortel, i--. 3-6 dM. MeiâJuli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt vooral in het (.jebied der Middel- landsche Zee op kalktjrond voor en is bij ons alleen aani,'evoerd bij Maastricht, Deventer en Rotterdam gevonden. T. vulgare ') Vill. (T. sativum-') Lmk.). Tarwe (fig. 487). Deze soort heeft een jf'-TJden stengel met kale of door rugwaarts ji;erichte, meest aan- lijTjiende, spoedijj afvallende haren bezette knoopen. De bladen zijn meest zwak behaard, vrij breed, met ongelijk lange haren. De aar is meest vrij slank, lang, min of meer los, iets samengedrukt met taaie spil en meest met een topaartje. De onderste aartjes zijn vaak kleiner, minder ontwikkeld. De aartjes (fig. 487) zijn 2-5-bloemig, doch er ontstaan hoogstens 3 vruchten uit. De kelkkafjes (fig. 487) zijn eirond, 3- tot veelnervig, buikig, zeer ongeiijkzijdig, korter dan de bloemen, zonder of met stompe zijtanden aan den top, perkamentachtig, beneden met afgeronden rug, zeiden zwak gekield, boven duidelijk gekield. Het onderste kroonkafje (fig. 487) is buikig, bijna gelijkzijdig, aan den top scherp gekield, in een naald uitloopend en ter zijde daarvan met tandvormige uitsteeksels of ongenaaid, 3-tandig. Het bovenste kroonkafje is even lang, beide blijven bij rijpheid aan de spil staan, zoodat de vruchten er vrij uitvallen. Deze (fig. 487) zijn zwak zijdelings samen- gedrukt met een diepe groef en aan den slijl behaard. De kiem heeft 3 worteltjes. 0. 6-12 dM. Juni, Juli. Deze soort wordt gekweekt in 2 vormen; de wintertarwe, die in het najaar gezaaid wordt en de zomertarwe, waarvan de zaaitijd in het voorjaar valt. Biologische bijzonderheden. Het openen der bloemen heeft bij een temperatuur van 1


Size: 1382px × 1808px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants