. De flora van Nederland. Plants. 384 COMPOSITAE. FAMILIE 109. Op bebouwden en onbebouwden grond voor en is in Nederland vrij algemeen. Volksnamen. In Friesland en het Oostelijk deel van Noord-Brabant heet de plant paddebloem, in Groningen, Zuid-Holland en op Walcheren stink- bloem, in Oost-Drente hemdeknoopjes, in West-Friesland, Walcheren en op Zeeuwsch-Vlaanderen stinkende kamille en op Zuid-Beveland honsdeel. 24. Achilléa 1) L. Duizendblad. Randbloemen vrouwelijk, lintvormig met een bijna ronde schijf. Schijf- bloemen tweeslachtig, buisvormig. Algemeene bloembodem vlak of iets verheven, me


. De flora van Nederland. Plants. 384 COMPOSITAE. FAMILIE 109. Op bebouwden en onbebouwden grond voor en is in Nederland vrij algemeen. Volksnamen. In Friesland en het Oostelijk deel van Noord-Brabant heet de plant paddebloem, in Groningen, Zuid-Holland en op Walcheren stink- bloem, in Oost-Drente hemdeknoopjes, in West-Friesland, Walcheren en op Zeeuwsch-Vlaanderen stinkende kamille en op Zuid-Beveland honsdeel. 24. Achilléa 1) L. Duizendblad. Randbloemen vrouwelijk, lintvormig met een bijna ronde schijf. Schijf- bloemen tweeslachtig, buisvormig. Algemeene bloembodem vlak of iets verheven, met strooschubben bezet. Vrucht omgekeerd eirond, samenge- drukt, niet gestreept. Kelkzoom ontbrekend of alleen een uitstekenden rand vormend. Hoofdjes vrij groot of klein, tot schermvormige pluimen vereenigd. Biologische bijzonderheden. Bij de soorten van dit geslacht komt vaak antholyse (bloemoplossing) voor, doordat de randstandige straalbloemen en ook wel de schijfbloemen in bladachtige deelen veranderen. Niet zelden ook is een hoofdje in verschillende gesteelde hoofdjes opgelost en de bloemen zijn dan veranderd in groene trechters met een getanden rand en in vlakke, gelobde en getande bladen, terwijl zich van de middennerf van zulke bladen korte, groene schubvormige blaadjes verheffen, die door metamorphose der meeldraden zijn ontstaan. Terwijl bij A. millefolium de bloemen vooral opvallen door het vereenigd zijn der hoofdjes tot een groote bloeiwijze, zijn de hoofdjes bij A. Ptarmica grooter en daardoor meer opvallend, daar bevat de bloeiwijze dan ook minder hoofdjes. De stijltakken der vrouwe- lijke straalbloemen hebben geen veegharen, die der binnenste tweeslachtige bloemen hebben aan den top veegharen, terwijl de binnenvlakte met stempelpapillen bezet is. Eerst liggen die stijltakken nog tegen elkaar en onder in de buis der helmknopjes (fig. 476). Zij schuiven bij het naar boven groeien het stuifmeel door middel van de veegharen voor zich uit. Eerst '"^Si'if'LS^^rv


Size: 1833px × 1363px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants