. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 92. â BORAGINACEAE. â 91 tanden. De keclscluilibcn zijn lanj^r, klicraclitij^ behaard, zij neif^en kegel- vormig samen. De meeldraden staan afwisselend met de kroonscluibhen en zijn evenlang als deze, met spitse helmknopjes, die iets langer zijn dan de helmdraden. De stijl steekt min of meer uit en is draadvormig. De 4 deelvriichtjes (fig. 112) zijn glad, glanzend, niet boven den voet samen- getrokken, aan den voet uitgehold. ^-9 <JM- MeiâAugustus. Biologische bijzonderheden. De geheele plant is tegen het opvreten door weidende dieren en tegen


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 92. â BORAGINACEAE. â 91 tanden. De keclscluilibcn zijn lanj^r, klicraclitij^ behaard, zij neif^en kegel- vormig samen. De meeldraden staan afwisselend met de kroonscluibhen en zijn evenlang als deze, met spitse helmknopjes, die iets langer zijn dan de helmdraden. De stijl steekt min of meer uit en is draadvormig. De 4 deelvriichtjes (fig. 112) zijn glad, glanzend, niet boven den voet samen- getrokken, aan den voet uitgehold. ^-9 <JM- MeiâAugustus. Biologische bijzonderheden. De geheele plant is tegen het opvreten door weidende dieren en tegen het opkruipen van slakken beschut door de borstels, die de plant bekleeden en waarvan de wand verkiezeld is. Het slijm in den wortel is ook een beschuttend middel tegen slakkenvraat. Wat de bloemen betreft, doet zich hier, zoowel bij Echium, Myosotis en andere Boraginaceae de bijzonderheid voor, dat de spil der bloeiwijze zich, nadat een bloem is uitgebloeid, tusschen deze en de vorige bloem, strekt, zoodat de uitgebloeide bloem zijdelings komt te staan en de nu opengaande zoo hoog mogelijk staat en daardoor het meest in het oog valt en het gemakkelijkst door insecten bereikt kan worden. De knoppen, die nog verder volgen, staan door den spiraalvormigen stand van dit gedeelte der bloemspil weer lager. De bloemkroon (fig. 113) hangt en is circa 14 mM lang, het bovenste nauwere deel heeft 8 mM lengte. Op de grens zitten de keelschubben en daartusschen de helm- knopjes, alle samenneigend en daardoor worden de insecten, die hun slurf in de bloem naar binnen brengen, gedwongen deze tusschen de helmknopjes door te bewegen, om bij den honig te komen. Waren de keelschubben er niet, dan zouden de insecten den kop dieper naar binnen brengen en hun slurf tusschen de helmdraden door bewegen (dan zouden slurven van 8 mM symphymm officinaie lengte er bij kunnen), doch dan zouden de helm- ^^^- "^' ^ ^ ° . , . , . , -7 ir â¢â j 1 Overlangsche doorsnede der knopjes niet m bewegmg k


Size: 1705px × 1466px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants