. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . adde , een Joodtot Weenen , waar in hy aldus fchryft : „ Daar is55 niets aan my gebeurt, t gene ik van te voren niet„ voorzag : veel min heeft dit fchielyk voorval myne gedaante konnen veranderen. Befluit egter3) hier uit niet dat ik ongevoelig over het verlies van myne vryheit was , maar myne banden waren., verdraagelyker , vermits my de zelve lange te„ voren gemeenzaam in myne gedachten waren voorgekomen. Toen my nu dit ongeval over- quam , en gebeurde my niet nieus. Hier uit kont gy leeren , hoe u zel
. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . adde , een Joodtot Weenen , waar in hy aldus fchryft : „ Daar is55 niets aan my gebeurt, t gene ik van te voren niet„ voorzag : veel min heeft dit fchielyk voorval myne gedaante konnen veranderen. Befluit egter3) hier uit niet dat ik ongevoelig over het verlies van myne vryheit was , maar myne banden waren., verdraagelyker , vermits my de zelve lange te„ voren gemeenzaam in myne gedachten waren voorgekomen. Toen my nu dit ongeval over- quam , en gebeurde my niet nieus. Hier uit kont gy leeren , hoe u zelven voor quade geval-, len te wapenen. Daar is geen regifter waar in. wy de verborgen befluiten des Noodlots konnen, zien, als op de rolle van onze eyge ondervin- n dinge- „ Zoo gy u over dit voorval ontftelt, zulks h een bewys dat gy maar een nieuling in de we- relt zyt, en de eerfte beginzelen van de gewone wysheit nog moet leeren , namentlyk : Dat er „ geen ftantvaftigheit in de menfchelyke zaken is. 5> 35 LEE- Z I N N E BE E L D E N. E Ë N E. Een uit duizent. 63. Leëne een maagt in t eed-gefpan betrokken, Dat zich te Atheen, ontdekt zag en geftoort*Verdroeg de boeje en pynbank onverfchrokken, En meldde van t geheim geen eenig om die zaak haar beide minnaars Horven. Dus heeft de trouwe en dappere GriekinEen tombe zelfs door raadsbefluit verworven, Verheerlykt met een kopre zonder tong, daar ze iders oogen ftreelde,Stantvaitige flilzwygentheid verbeeldde. De 64 HOÜBRAKENS XVI. ZINNEBEELT. DE Sultaninne Roelane , gcvraagt wat het zeld-zaamfte in de werelt was , gaf tot antwoord,Een vrouw die geheimen verbergen kan: want men vintde zelve gemeenlyk van dien aart, dat zy de zelve haartoebetrout, zekerder agt by een ander, dan by haar zelfbewaart te worden. Hoewel dit iïrydt tegen het zeg-gen van zeker Wysgcer: Datmen van geen ding dat byons verborgen is geruft er zyn kan^ dan dat wy zelfs de be-waarders daar van blyven. Een voo
Size: 1553px × 1609px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorbritgezinefl169817, bookdecade1720, booksubjectemblems