. De flora van Nederland. Plants. Biologische bijzonderheden. De plant is rijk aan looizuur en daardoor beschut tegen het opvreten door waterslakken. De bloemen staan boven water, zij vallen weinig op en zijn sterk protero- gynisch. Eerst steekt de witte stempel, rijk aan papillen, uit (fig. 620) en dan is het nog ongesteelde helmknopje gesloten. Als de stempel verdroogd is, ontwikkelt zich de helmdraad tot l'/._, mM lengte, het helmknopje springt open en het stuifmeel wordt door den wind verspreid. Behalve tweeslachtige bloemen zijn er ook vrouwelijke tusschen deze waarge- nomen, zelfs wel vr


. De flora van Nederland. Plants. Biologische bijzonderheden. De plant is rijk aan looizuur en daardoor beschut tegen het opvreten door waterslakken. De bloemen staan boven water, zij vallen weinig op en zijn sterk protero- gynisch. Eerst steekt de witte stempel, rijk aan papillen, uit (fig. 620) en dan is het nog ongesteelde helmknopje gesloten. Als de stempel verdroogd is, ontwikkelt zich de helmdraad tot l'/._, mM lengte, het helmknopje springt open en het stuifmeel wordt door den wind verspreid. Behalve tweeslachtige bloemen zijn er ook vrouwelijke tusschen deze waarge- nomen, zelfs wel vrouwelijke planten. Voorkomen in Europa en in Neder- land. De plant komt door bijna geheel Europa in slooten en moerassige wei- landen voor en is bij ons vrij algemeen. Volksnamen. In Friesland heet de plant krüpelreid, in het Oostelijk deel van Drente, West-Friesland en Zeeuwsch-Vlaanderen lidsteng, aan den Zoom der Veluwe en in Noord-Overijsel duizendknoop, op Voorne en Beierland heremoes. Hippuiis vulgaris Fig. 620. 1 Bloem in het eerst van den bloei, a on- gesteelde, gesloten helmknop, s stempel. 2 Bloem in het tweede deel van den bloei, a gesteelde opengesprongen helmknop, s verdroogde stempel. Familie 74. Lythraceae Juss. Kattenstaartachtigen. Bladen tegenoverstaand of verspreid, gedeeld of gaafrandig. Steunbladen (bij de inlandsche soorten) aan weerszijden 1 of meer, zeer klein. Bloemen regelmatig, meest 2-slachtig. Aan den rand van den kelkbeker, tusschen de kelktanden, vaak naar buiten staande tusschentanden. Kelk blijvend, de buis niet met het vruchtbeginsel vergroeid. Kroonbladen 4-6, vaak spoedig afvallend, soms bijna ontbrekend, op den top der kelkbuis ingeplant, in den knop dakpansgewijze liggend. Meeldraden evenveel als kroonbladen en er mede afwisselend of in 2 kransen, vaak van ongelijke lengte, iets lager dan de kroonbladen in de kelkbuis ingeplant. Vruchtbeginsel 2-4- hokkig met ongedeelden stijl en knopvormigen stempel. Doosvrucht 2-hok- kig, veelzadig. Zade


Size: 1242px × 2012px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants