. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . quaade tree, het hollen van een paard,Een gypend zeil, een wind, een bange lucht,Bezeert, verdelgt, treft menfchen in de vlucht:Een fnelle dood trapt menig op de hiel:Maar wat gevaars loopt de afgedwaalde ziel,Die Vlichaam voert langs zorgelyke wegen? Hoe word ze in t eind nog met zich ztiï verlegen ? De booze Geest, die de Ouders eerst bedroog,Vertoont een weg voor ons


. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . quaade tree, het hollen van een paard,Een gypend zeil, een wind, een bange lucht,Bezeert, verdelgt, treft menfchen in de vlucht:Een fnelle dood trapt menig op de hiel:Maar wat gevaars loopt de afgedwaalde ziel,Die Vlichaam voert langs zorgelyke wegen? Hoe word ze in t eind nog met zich ztiï verlegen ? De booze Geest, die de Ouders eerst bedroog,Vertoont een weg voor ons geblindhoktoog,Die zich in t eerst breed opdoet, maar in t endEen afgrond word van eindelooze woond de dood, die nimmer fterven zal,Die s t eind der reis, t begin van ongeval. Waar zal hier t hart in t vuur zyn adem halen ? Ach! laat my met de dwalende niet dwalen! ó God! die my op deze wegen ziet, Gy hoort myn ftem, verlaat uw dienaar niet: Aanfchouw myn nood; reik my uw trouwe hand, Zyt my geld te water en te land, Uw voorzorg zend doch de Englen uwer kracht, Ten hoede en dienst van t menfchelyk gedacht, Zo zal men hier in uwe vreze reizen, En opwaarts gaan na de eeuwige paleizen. EEN &&L <?J. op s Menschen Leven. 213EEN CHRISTEN IN ZYN KAMER. A/fYn ziel, gewoon in t wild te rennen, Zygt hier in eenzaamheid ter neer,Althans belust zich zelv te kennen, Te kennen haren hier onbekent te leven Om de eer van in Gods gunst te (laan,Op wiens gezicht zelfs Vorften beven, En trotfe Ryken God! myn toevlucht en betrouwen! Al is myn kamers omtrek kleen,Hier wil ik u een Tempel bouwen, Die Tempels tart, van marmerileen,Van zilvre Hof of goud gegoten. Uw Godheid, in geen huis bepaalt,In geen kapel, hoe ruim, befloten, Word allerliefst in t hart onthaalt,In t buigzaam hart, dat, neergezonken Door ootmoed, s waerelds roem en prachtVerfmaadende, uwe liefdevonken, Uw onverdiende gunst Godvrucht, met geen glimp bepaerelt, Zoekt telke


Size: 1213px × 2060px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookiddeleermeesterder00jan, booksubjectemblems